
Dronken minimal, zo zou je de muziek van Remy Alexander misschien nog het best kunnen omschrijven. De Nederlandse componist maakt werk waarin de melodielijnen vaak tastend hun weg zoeken en stemmen op kousenvoeten rond elkaar heen dwarrelen. Lijnen die ervan houden om zichzelf te herhalen, maar nooit op dezelfde manier.
Neem bijvoorbeeld Sleeping Water (2018), een werk voor sopraansaxofoon met de kalme, vloeiende beweeglijkheid van een nachtelijk meer. De melodieën komen in zachte golven en worden afgewisseld door rimpelende subtones. Door het delay- en reverbpedaal verwast iedere golf voordat hij bij de luisteraar aankomt. Speelt de saxofonist nu, of zijn is het de elektronica?
Of neem Drifting (2017), het werk waarmee Alexander in 2018 de Tera de Marez-Oyens Prijs won. Met het kleurenpalet van de ondergaande zon in zijn achterhoofd schreef hij lange zanglijnen voor sopraan Rianne Wilbers. Daar omheen meandert de saxofoon van Tom Sanderman (voor dezelfde saxofonist maakte hij Sleeping Water), ongrijpbaar versnellend en vertagend, als een wiel met oneven spaken. Ook de poëtisch tekst schreef Alexander zelf, iets dat hij in principe altijd doet bij zijn gezongen werken.
Dat ligt anders bij de liederen die hij in 2021 schreef voor het Tilburgse ensemble Vonk. In die werken kreeg hij voor het eerst de opdracht te werken met tekstschrijvers zoals Lucky Fons III (This Cup en The Novice) en Nancy Campbell (Humility). Hoewel Alexander de tekst daar als dwingender ervoer voor de vorm en klank van de liederen, hoor je ook daar weer onmiddellijk zijn handtekening: lange lyrische melodieën worden vergezeld door fladderende instrumenten, als schaduwen in een flakkerend kaarlicht. En ook hier is de dynamiek vaak zacht, bijna tot de rand van de gehoorgrens. Poëtisch, zacht stommelend dronken.
Wie de partituren van Alexander bestudeert, ziet een componist met een verfijnde klankvoorstelling, iemand die weet wat het effect van zijn notatie is op kleur en de sfeer van zijn muziek. Die klankvoorstelling vormt zich naar zijn zeggen al in zijn hoofd, voordat hij ook maar een noot op papier heeft gezet. “Vaak begint een werk daarmee”, aldus Alexander. “Ik hoor iets in mijn hoofd en dat jaag ik vervolgens na. Soms lukt het in één keer om die klank te vangen, zoals in Drifting. Bij andere stukken moet ik langer zoeken voordat ik heb wat ik wil.”
Naast een bestaan als noten schrijvend componist staat Alexander ook regelmatig op het podium met elektronica, gitaar en synthesizer als zijn instrumenten. Met zijn duo REYER (met slagwerker/componist Reggy van Bakel) maakt hij ambient muziek die hij baseert op zelfgemaakte loops: minimal-achtige herhalingen die het duo onderwerpt aan desintegrerende bewerkingen, met William Basinski als ver voorbeeld.
Die loops spelen ook een belangrijke rol in de nieuwe serie werken die hij in 2021 voor het Haagse ensemble Kluster5 maakte. Het is een cyclus van acht delen die reflecteren op loops die hij eerder zelf maakte. Het idee is om die werken plus de originele loops uit te brengen in een album dat volgend jaar verschijnt.
Alexander is ook actief als componeercoach. Zo dirigeerde hij een aantal jaar een basisschoolorkest waar hij veel mee improviseerde. En is hij projectleider van een middelbareschoolorkest, waarvoor hij ook de arrangementen maakt. Ook verzorgt Remy muzikale groepsworkshops, met een focus op improviseren en componeren. Met zijn stichting In de Knop zet hij zich in voor het totstand komen van nieuwe muziek, met speciale aandacht voor jong talent. Ook is hij Coördinator Educatie bij het festival voor hedendaagse muziek November Music.
tekst door: Anthony Fiumara